Het gaat goed met mijn voornemen om meer te wandelen in 2021. Afgelopen maand heb ik zo’n 115 kilometer gewandeld. Op de laatste dag van januari trok ik er weer op uit om een natuurgebied in Noord-Brabant te ontdekken. Ik koos ervoor om naar de Stippelberg te gaan. Hier wandelde ik de blauwe route, een wandeling van zo’n 8 kilometer.
- De Stippelberg - blauwe route
- Rondwandeling
- 8 kilometer
- 2 uur
- Makkelijk
De Stippelberg
In het oosten van Noord-Brabant, bij het dorpje De Rips, ligt het natuurgebied De Stippelberg. Dit is een uitgestrekt bosgebied ligt te midden van intensief benutte landbouwgebieden. In 1900 werd het gebied ontgonnen en werden er bossen aangeplant voor de mijnbouw. Het hout werd gebruikt voor de stutpalen in de mijnschachten van Limburg en België. Hierdoor staan er behoorlijk wat dennen en eiken. Sinds 1993 is het ontginningsbos in bezit van Vereniging Natuurmonumenten. Zij proberen de variatie in bomen te herstellen en er weer een natuurlijk bos van te maken. De Stippelberg is gelegen op een grote breuklijn. Miljoenen jaren geleden schoven aardlagen over elkaar heen en daardoor zie je een hoogteverschil en verschil in begroeiing in het gebied.
Dit natuurgebied dankt haar naam aan alle ‘stippels’, stuifduinen die zijn ontstaan door zandverstuivingen.
Eiken- en beukenlanen
Om de Stippelberg te ontdekken wandel ik de blauwe route. Deze wandelroute is zo’n 8 kilometer. Je kunt er voor kiezen om de blauwe route te combineren met de rode route, dan wordt de wandeling nog zo’n 4 kilometer langer. Mijn wandeling begint bij de Parkeerplaats De Rips. Hier staat het helemaal vol met auto’s. Dat betekent dat er dus veel mensen onderweg zijn en wellicht ook dat dit een mooi wandelgebied is.
Zodra je de weg oversteekt wandelen je direct langs de eerste bomenlanen waaronder het Begrafenislaantje. Klinkt misschien niet heel vrolijk, maar dit laantje wordt aan weerszijden omringd door hoge coniferen. Door het lichtinval van de zon hangt hier een mooi sfeertje. Dit laantje komt uit op het landhuis van de familie Ledeboer. Het landhuis werd in 1938 gebouwd en wordt nog altijd bewoond. Hierdoor is het niet mogelijk om de omliggende tuin te bezoeken.
De heide op
Via de bospaden wandel ik richting de heide. Voordat je de heide op gaat kun je eerst nog even de uitkijktoren beklimmen. Ooit zag het gehele gebied er uit als het stuk heide dat je nu ziet. De bossen werden dus aangeplant voor de mijnbouw. Natuurmonumenten haalt nu steeds meer bomen weg zodat de heide zich weer kan ontwikkelen. Ook Schotse hooglanders helpen mee met het beheer van de heide. Ze eten de grassen van de heide zodat deze niet overgroeid raken. Je kunt ze aantreffen als je een deel over de heide wandelt. Helaas tref ik geen hooglanders aan. In de bomen zie ik wel Vlaamse gaaien en spechten. In de zomermaanden leeft hier ook de nachtzwaluw. Met een beetje geluk kun je vanaf mei deze vogel spotten rond de schemering.
Terug de bossen in
Ik verlaat de heide weer en wandel opnieuw de bossen in. Hier heb ik nog een tweede kans om de Schotse hooglanders te spotten. Tijdens de wintermaanden is er namelijk te weinig voedsel voor de runderen op de heide waardoor ze vaak in de bossen rondlopen. En dat heeft ook weer voordelen voor het bosbeheer. Ze woelen namelijk de bodem om zodat er nieuwe planten kunnen groeien. Jammer genoeg blijken de hooglanders vandaag goed verstopt te zijn. In de warmere maanden zul je in de bossen talloze kikkers horen kwaken. Verschillende soorten kikkers leven hier in verstopte poelen die niet toegankelijk zijn voor bezoekers.
Al slingerend loopt het wandelpad tussen de naaldbomen. Hier zie je tal van greppels. Deze greppels worden rabatten genoemd en deze werden gegraven om het water af te kunnen voeren. Op de hoge zandwallen werden bomen geplant voor de bosbouw. De route gaat dwars over de rabatten en om geen natte voeten te krijgen is er een vlonderpad aangelegd.
Langzaam nader ik het landhuis weer. De voormalige landgoedeigenaren hebben niet alleen de paden aangelegd, ze hebben ook bijzondere Rododendronstruiken aangelegd om deze paden te verfraaien. In de warmere maanden moet dit laatste deel van de wandeling er fantastisch uit zien. Er zijn al knoppen te zien, dus het zal niet lang meer duren alvorens de eerste Rododendrons zullen gaan bloeien. Misschien is het daarom leuk om later in het jaar nog eens terug te keren en de langere route te wandelen.
Ik ben niet op zoek naar de toeristische hotspots die iedereen kent. Liever ga ik op zoek naar de hidden gems. Ik neem graag de tijd om een stad of regio goed te ontdekken en duik graag even de natuur in. Ooit begonnen met het bouwen van een website waar ik schreef over mijn reizen. Zo is Reizen & Reistips ontstaan. In 2024 de ultieme beloning voor mijn werk gekregen met de Golden Pen Award!
Het onderhouden van Reizen & Reistips kost tijd en geld. Vinden jullie mijn verhalen leuk en willen blijven genieten van mijn reisavonturen? Dan kunnen jullie mij steunen door op deze site tours of accommodaties te boeken. Ook kunnen jullie mij een kleine gift sturen via Buy me a Coffee (of een biertje). Alvast bedankt!