Playa Larga ligt aan de lange, smalle Varkensbaai (Bahía de Cochinos). Deze Varkensbaai werd op 1961 wereldberoemd. Op 14 april 1961 vertrokken 1400 Cubaanse bannelingen, getraind door de CIA met toestemming van de Amerikaanse president John F. Kennedy, met zes schepen uit Nicaragua richting Cuba. De volgende dag vielen zes Amerikaanse B-26-bommenwerpers de drie luchtmachtbases van het eiland aan. Hierbij sneuvelden 7 mensen en raakten 53 mensen gewond. Op 16 april landden de contrarevolutionairen op de grootste stranden van de baai, Playa Larga en Playa Girón. Ze stuitten op Cubaanse troepen die door Fidel Castro waren aangevoerd. Ze waren goed voorbereid en kregen steun van de lokale bevolking. De gevechten duurden maar drie dagen en eindigden voor de aanvallers in een nederlaag. Om een internationale crisis te voorkomen trokken de Verenigde Staten hun luchtsteun terug en lieten de contrarevolutionairen aan hun lot over. De aanvallers werden gevangen genomen en onmiddellijk berecht. Na 20 maanden mochten ze terugkeren naar Amerika in ruil voor medicijnen, voedsel en apparatuur voor de ziekenhuizen van Cuba.
Het stuk strand aan de Playa Larga is tegenwoordig één van de mooiste stukken van de Caribische kust. De vegetatie houdt pas op aan zee en het koraalrif geeft prachtige duikmogelijkheden. Playa Larga is met name populair voor Cubaanse toeristen, maar er zijn voldoende voorzieningen voor buitenlandse toeristen. Bij het parkeerterrein herrinnert een monument aan de landing van anti-Castro-troepen in 1961 en langs de weg naar Playa Girón eren talloze monumenten de Cubaanse verdedigers die tijdens deze dagen sneuvelden. Ten noordoosten van Playa Larga liggen een vogelreservaat en het Centro Internacional de Aves (internationaal vogelcentrum) van Cuba.
Land