Regelmatig kom ik op Social Media berichten tegen van mensen die met een oude Volkswagen busje, een kever of met een deux chevaux eens een tripje willen maken in Europa. Ik kan zulke wensen alleen maar waarderen en kan het ten zeerste aanraden. Zelf heb ik ook een oldtimer en ik kan niet wachten tot ik er weer een tripje mee kan maken.
Als kind droomde ik er altijd van om een Trabant te hebben. Een Trabant hoor ik je nu denken? Het is altijd al mijn lievelingsauto geweest. Mijn moeder komt uit het voormalige Oost-Duitsland en verhuisde voor mijn geboorte naar Nederland. Mijn oma bleef achter de in de DDR. Nadat ik geboren was bezochten we haar met enige regelmaat, net als andere familie daar daar nog woonde. Aangezien ik een groot autoliefhebber was, keek ik mijn ogen uit in de DDR. Hier reden immers totaal andere auto’s, waaronder de Trabant en Wartburg. Na de val van de muur werden de Oost-Duitse auto’s van de hand gedaan, soms letterlijk aan straat gezet (met de sleutels nog in het contact). Mijn oma verhuisde naar het westen en dus kwamen we steeds minder in het voormalige DDR. In 1996 maakte ik met mijn oom een eerste ritje in de Trabant, die toen al steeds minder in het straatbeeld voorkwam. Met de camera in de hand filmde ik vrijwel deze gehele rit. Trots als een pauw was ik. Toen ik op mijn 18e mijn rijbewijs eindelijk haalde, ging ik stiekem op internet zoeken naar een Trabant. Deze kwam er uiteindelijk ook. Nadat ik terug kwam van mijn stage op Curaçao, kocht ik in april 2008 een hemelblauwe Trabant. Een droom was uitgekomen.
Als kind droomde ik er altijd van om een trabant te hebben. In 2008 kocht ik er één op Marktplaats, mijn droom was uitgekomen.
Er moest flink gesleuteld worden aan de Trabant alvorens hij echt lekker reed. En als zo’n auto eenmaal rijdt, wil je natuurlijk tripjes maken. Eerst maakte in met de Trabant-clubs enkele ritjes in de buurt. De Trabant hield het goed en ik wilde hem eens een weekendje weg, iets verder weg. We kozen voor een weekendje in Luxemburg, met de Trabant. Niet te ver weg en we konden onze blauwe bolide eens goed uittesten. Met de Trabant kun je niet harder dan 100 km/h rijden, dus eenmaal op de snelweg blijf je wijselijk achter een vrachtwagen plakken. Veel mensen kijken de auto na, zwaaien vrolijk en steken hun duimen omhoog. Een enkeling vindt het vanwege de snelheid en de rookwolken (en de geur) soms wel eens nodig om wat minder vriendelijk te zijn.